Gelieve niet te openen voor het jaar 8113: tijdcapsules voor de toekomst

Ik ben geboren op ‘de best gedocumenteerde dag aller tijden’. Althans, dat hoopten de organisatoren van het project Brieven aan de Toekomst dat 15 mei 1998 zou worden. Na een oproep schreven maar liefst 52.000 Nederlanders een brief over hun belevenissen op 15 mei. Zo ook mijn moeder. Zij schreef een brief over mijn geboorte en stuurde die in. Deze brief is uiteindelijk het eerste hoofdstuk geworden van het boek Brieven aan de Toekomst, waarin de mooiste brieven werden gebundeld. Op bladzijde 19 kom ik ter wereld. 

Wie niet schrijft, die blijft niet

De brieven vormen een soort tijdcapsule. Ze zijn verzameld om te bewaren ‘voor de toekomst’, zodat toekomstige historici een goede bron hebben voor onderzoek naar ons alledaagse leven. Want juist dat alledaagse leven blijkt de tand des tijds vaak niet te doorstaan. Hoe ‘een gewone dag’ er eeuwen geleden uitzag? Daarover zijn niet zoveel bronnen bewaard gebleven. Dit komt deels doordat weinig mensen vroeger konden schrijven. De bronnen over het eeuwenoude alledaagse leven die wél bewaard zijn gebleven, zijn bovendien erg willekeurig en daarom moeilijk in samenhang met andere bronnen te onderzoeken.

Om de historici van de toekomst dus een handje te helpen, worden zo nu en dan grootschalige projecten als Brieven voor de toekomst opgezet. Het is mooi om te zien hoe veranderende media hun weerslag hebben op dit soort projecten. Inmiddels kunnen immers niet alleen brieven en andere geschriften worden doorgegeven aan de toekomst, maar ook foto’s en bewegende beelden. Nog niet zo lang geleden deed YouTube daarom een oproep aan mensen over de hele wereld om één dag, 25 juli 2020, vast te leggen in filmbeelden. In 2010 vroeg YouTube haar gebruikers al eens eerder om één dag uit hun leven te filmen. Het is nu maar te hopen dat toekomstige historici nog de middelen zullen hebben om al deze prachtige filmbeelden te bekijken. 

Tijdcapsules voor de toekomst

De brieven en YouTube-beelden zijn rechtstreeks toegankelijk voor iedereen die geïnteresseerd is. De meeste tijdcapsules zijn echter stevig afgesloten en moeten dat – op instructie van de maker – jarenlang blijven. Gesloten tijdcapsules bestaan in de vorm van blikjes, opbergkisten of metalen cilinders (bij bol.com koop je voor €120 een prachtexemplaar dat volgens de beschrijving maar liefst 200 jaar onder de grond kan blijven). Vooral in de Verenigde Staten werden er begin twintigste eeuw veel tijdcapsules gemaakt, soms in de context van wereldtentoonstellingen of grote bouwprojecten. Volgens schattingen van de International Time Capsule Society (ja, die bestaat echt) zijn er wel tien- tot vijftienduizend tijdcapsules op aarde. Ze zijn diep begraven, verstopt op zolders, tussen de stenen van huizen of zelfs in de billen van een Christusbeeld. En wie weet hoeveel exemplaren er nog op onbekende plekken verborgen liggen…

Eén van de opmerkelijkste tijdcapsules is ongetwijfeld de Crypt of Civilization. In 1940 werd de deur van deze op het Oude Egypte geïnspireerde crypte gesloten. Hij mag pas weer open in het jaar 8113 (!), wanneer er evenveel tijd is verstreken als de tijd tussen het begin van de Egyptische jaartelling en het verzegelen van de crypte. Niet zo leuk voor de nieuwsgierigen onder ons dus, maar spannend is het wel. 

De Crypt of Civilization is niet de enige tijdcapsule die bestaat uit een gehele ruimte. De Londense Dennis Severs (1948-1999) toverde alle kamers uit zijn rijtjeshuis geleidelijk om tot tijdcapsules in de stijl van de achttiende en negentiende eeuw. De kamers zijn zo ingericht dat het lijkt alsof de bewoners de ruimte pas net hebben verlaten: de etensresten liggen nog op tafel. In tegenstelling tot de Crypt of Civilization kan iedereen het tijdcapsule-huis van Severs gewoon bezoeken en is er geen eeuwenlange wachttijd.  

In de categorie ‘bijzondere tijdcapsules’ kan verder een film worden genoemd. Dat tijdcapsules vaker het onderwerp zijn van films (bijvoorbeeld in The Time Capsule (2018), Knowing (2009) en Kruistocht in Spijkerbroek (2006) is niet zo verrassend. Er is echter ook een film gemaakt die zelf een heuse tijdcapsule is. Ik doel hier op de film 100 Years. Deze film werd geproduceerd in 2015, maar zal pas in 2115 in de bioscopen verschijnen, als die dan nog bestaan. Het wordt daarom ook wel “the movie you will never see” genoemd. 

Hebben we er ook wat aan?

Allemaal leuk en aardig, deze mysterieuze tijdcapsules, maar hebben historici er eigenlijk ook wat aan? Een veelgehoorde klacht onder historici betreft precies hét kenmerk van de meeste tijdcapsules: dat ze gesloten moeten blijven. Hierdoor kunnen we generaties lang niets leren van de inhoud van de capsules. En dat is zonde. Sommige historici pleiten er dan ook voor om tijdcapsules gewoon open te stellen, zoals bij Brieven aan de Toekomst en bij het Youtube-project. 

Een ander punt van kritiek is dat veel inmiddels geopende tijdcapsules niet meer bleken te bevatten dan wat postzegels, muntstukken, kranten en een bijbel. Deze voorwerpen zijn vaak al in grote aantallen bewaard gebleven en vergroten de kennis van historici over het verleden daarom niet enorm. Tijdcapsules die behalve voorwerpen ook geschreven documenten en foto’s bevatten, zijn van grotere waarde. Deze documenten en foto’s kunnen duidelijk maken hoe de voorwerpen pasten bij de levensstijl van de tijdcapsule-makers, hoe de makers herinnerd wilden worden en hoe zij de toekomst voor zich zagen. Het zijn deze persoonlijke ervaringen op basis waarvan historici het verleden steeds beter kunnen beschrijven zoals het voor mensen geweest moet zijn (‘wie es eigentlich gewesen’). En dat is volgens velen hét doel van de geschiedwetenschap.