Wat kunnen strips ons vertellen over de Holocaust en andere genociden?

Van stripverhalen werd lange tijd gevonden dat ze niet geschikt zijn om geschiedenis op een ‘juiste’ manier te vertellen. Maus bracht daar verandering in. In dit stripverhaal gaat tekenaar Art Spiegelman op bezoek bij zijn vader, die vernietigingskamp Auschwitz overleefde. De strip, voltooid in 1991, werd een overweldigend succes en leidde tot meer waardering voor de strip als serieus medium.

Sinds met Maus het taboe werd doorbroken, verschijnen er wereldwijd veel strips over de Holocaust en andere genociden. Er zitten titels bij die met een fictief verhaal en dramatische tekenstijl vooral de verschrikkingen van het geweld willen benadrukken, maar ook titels die proberen geschiedenis beter te begrijpen.[1] Dit is in lijn met de verschuiving van strips-als-louter-entertainment naar onderzoekende graphic novels

Ik las Maus afgelopen maand. Net als eerdere graphic novels die ik las (Het Achterhuis en Persepolis), kon ik het slechts met moeite wegleggen. De tekeningen zogen mij het verhaal in en ook nadat ik het boek uit had, bleef ik de beelden voor me zien. Daarom begon ik me af te vragen: wat kunnen graphic novels toevoegen aan het herdenken van de Holocaust en andere genociden? Met Maus nog vers in het geheugen, onderzocht ik deze vraag. 

WhatsApp Image 2021-06-05 at 11.17.23

Combinatie beeld-en-tekst

Een eerste – wellicht wat voor de hand liggende – gedachte: mensen die niet zo snel een traditioneel boek uit de kast pakken, zijn misschien wél nieuwsgierig naar een graphic novel. Tekeningen zijn immers aantrekkelijk. Waar op teksten bewust de techniek ‘beeldend schrijven’ moet zijn toegepast om een situatie enigszins te visualiseren, zijn tekeningen per definitie beeldend. Doordat je de situatie in één oogopslag voor je ziet, word je nieuwsgierig naar het verhaal erbij. Graphic novels kunnen hierdoor een nieuwe groep mensen laten kennismaken met een verhaal, en in het geval van een historische graphic novel: met een geschiedenis. 

Ook de groep mensen die via teksten al wel af weet van deze geschiedenis, kan via tekeningen nieuwe inzichten krijgen. Tekeningen bevatten namelijk extra visuele informatie. Een tekenaar wordt gedwongen na te denken over de vraag waarom hij iets zus tekent en niet zo. Als hij bijvoorbeeld een trein tekent, kan hij niet volstaan met het noemen van het woordje ‘trein’, maar moet hij nadenken over de vorm en kleur van de trein. Ook met bijvoorbeeld gezichtsuitdrukkingen geeft de tekenaar veel extra’s mee; deze helpen de lezer om de emotie van een historische gebeurtenis te begrijpen. 

Tekeningen zijn bovendien geschikt om herinneringen aan heftige gebeurtenissen over te brengen, omdat tekeningen anoniemer zijn dan foto’s. De Zwitserse stripreporter Patrick Chapatte geeft aan dat mensen het moeilijk vinden om te kijken naar heftige foto’s, bijvoorbeeld foto’s van een stervend kind, terwijl de ongemakkelijkheid en het gevoel een indringer te zijn verdwijnen wanneer je zo’n tafereel tekent. De lezer is dan in staat meer van de werkelijkheid te zien.[2]

Een toegevoegde waarde van graphic novels is niet alleen het beeld, maar bovenal de combinatie tussen tekst en beeld. Waar beeld wordt gebruikt om visuele informatie en emoties over te brengen, wordt tekst gebruikt om dialogen, gedachtes of feitelijke informatie over het waar en wanneer over te brengen. Het beeld vult de tekst aan, en de tekst het beeld. Ook hierdoor zijn graphic novels erg geschikt om zware verhalen te vertellen. Een verhaal dat zo aangrijpend is dat het niet in woorden valt uit te drukken, kan in beeld worden gevangen, en een verhaal dat te zwaar is om te verbeelden, kan met woorden worden uitgedrukt. 

In Maus zie je deze afweging tussen beeld en tekst goed terug. Zo heeft Art Spiegelman ervoor gekozen het geloof van de nazi’s in raciale superioriteit niet uit te leggen met woorden, maar in plaats daarvan Joden te tekenen als ratten en nazi’s als katten.[3] Hij verwijst hiermee naar het nazistische stereotype van Joden als ongedierte. Andersom heeft hij ervoor gekozen de gaskamers juist niet te tekenen. Een sober tekstballonnetje met “Zyklon B, een pesticide, druppelde in de buizen” zegt genoeg, volgens de maker.[4]

WhatsApp Image 2021-06-05 at 11.17.23(2)
WhatsApp Image 2021-06-05 at 11.17.23(1)

Een persoonlijk vertelperspectief 

Kenmerkend voor graphic novels is naast de combinatie tekst-beeld ook het vertelperspectief. Graphic novels beschrijven zelden een historische gebeurtenis van een afstandje. In plaats daarvan vertellen ze persoonlijke herinneringen. 

Door historici worden herinneringen wel eens lijnrecht tegenover geschiedenis geplaatst. Herinneringen verschillen immers per persoon, terwijl geschiedenis tot stand is gekomen na veel onderzoek van en debat tussen historici. Maar geschiedenis is naar mijn mening niet alleen een beschrijving van hoe ‘het’ volgens historici is gegaan. Het is ook een weergave van de herinneringen van mensen aan een verleden, van de betekenissen die zij eraan hechten en van de impact daarvan op het heden.[5]

Graphic novels laten bij uitstek zien dat herinneringen en geschiedenis met elkaar verstrengeld zijn. Marjane Satrapi, bijvoorbeeld, vertelt in Persepolis haar herinneringen aan de Iraanse revolutie en Art Spiegelman vertelt in Maus de herinneringen van zijn vader aan de Holocaust. Door persoonlijke herinneringen wordt ‘de geschiedenis’ voor een lezer concreter dan wanneer deze op een abstracte manier zou zijn beschreven. Zeker heftige historische gebeurtenissen zoals een genocide zijn iets makkelijker te bevatten wanneer je kunt lezen hoe iemand de ellende persoonlijk heeft ervaren. Je voelt meer emotie, voelt beter de impact van de gebeurtenissen. 

Spread the word! Oh nee, the visual! 

Het zijn tegelijkertijd juist deze heftige gebeurtenissen waarover een grote behoefte bestaat om ze door te vertellen. Het zijn herinneringen aan deze gebeurtenissen die van generatie op generatie doorsijpelen.[6] Vanwege de combinatie tussen tekst en beeld en vanwege het kenmerkende persoonlijke vertelperspectief leent een graphic novel zich goed voor het doorvertellen van deze zware herinneringen. Een graphic novel kan toegankelijk en toch serieus zijn. Het kan een brug slaan tussen ‘hoge cultuur’ en ‘populaire cultuur’, en daarmee zowel nieuwe doelgroepen bereiken als nieuwe invalshoeken bieden. Ik zou het daarom mooi vinden als meer mensen zouden kennismaken met de graphic novel. Spread the word! Oh nee, the visual! 

Bronnen

[1] Joost Pollmann noemt in dit artikel uit De Gids bijvoorbeeld het stripverhaal van de Franse stripmaker Pascal Croci met de simplistische titel Auschwitz (“alsof het om een logo gaat, een sterk merk, dat alle narigheden handzaam samenvat”).
[2] Joost Pollmann, ‘Eindelijk eens géén Auschwitz: hoe stripmakers omgaan met de Holocaust’ (2013), De Gids.
[3] Spiegelman wordt er wel eens van beticht Joden als ratten voor te stellen, maar hij doet dit uiteraard juist om te laten zien dat het idee van raciale superioriteit onzin is. Door gebruik te maken van maskers die de dieren kunnen opzetten, maakt Spiegelman duidelijk dat het slechts gaat om vermeende identiteiten (zoals zij zijn in de ogen van anderen, en niet zoals zij werkelijk zijn).
[4] Dana Ploeger, ‘Auschwitz leent zich wel voor strip’ (6 juni 1994), https://www.trouw.nl/nieuws/auschwitz-leent-zich-wel-voor-strip~b6626600/
[5] Over de relatie tussen geschiedenis en herinnering wordt in historische kringen een uitgebreid debat gevoerd. Zie bijvoorbeeld dit artikel.
[6] Er is zelfs een speciale term voor de herinneringen die kinderen van oorlogsslachtoffers hebben aan het leed dat hun ouders hebben meegemaakt: post-memory. O.a. hoogleraar vergelijkende literatuur Marianne Hirsch schrijft hierover in ‘The Generation of Postmemory’, Poetics Today (2008).